informatie over honden

jachthonden

 

Jachthonden zijn bij veel mensen er gewilt, omdat ze graag samen met de baas iets

willen ondernemen en meestal zijn ze erg vriendelijk, actief en intelligent.

Verschillen tussen landen en hun eisen leidde tot verschillende jachtvormen.

Door selectieve fokkerij, ontstond een grote verscheidenheid aan soorten jachthonden.

Elk jachthondenras heeft zijn eigen specifieke kenmerken en mogelijkheden, maar voor alle rassen geldt,

dat de hond veel tekort komt al hij/zij alleen drie keer per dag een blokje om mag.

 

 

schotse terriër

Rasgroep:                       3 terriërs

Sectie:                           73/2

Land van herkomst:         Groot-Brittannië

Gebruik:                         Vossen, Dassen en konijnenjacht

Karakter:                        Onafhankelijk, waaks, verstandig

Schofthoogte:                  9.9 - 9.9 cm

Gewicht:                         8.5 - 9.9 kg

Kleur:                             Zwart, tarwekleurig of gestroomd

Raseigenschappen:          Hoofd: Lang, met vlakke schedel en lichte kop

                                    Ogen: Donker en amandelvormig 

                                     Oren:  Prikoren, puntig en dun

                                    Gebit:  Scharend

                                     Hals:  Middelmatig lang

                                    Lichaam:  Vrij brede, diepe borst, goed gewelfde ribben

                                                   en naar verhouding korte rug

                                    Benen:    Kort en zwaar

                                    Voeten:   Van goede grootte

                                    Staart:    Van middelmatige lengte

                                    Beharing: Hard, dicht en draadachtig, de ondervacht is kort, dicht

                                                  en zacht.

dwergpoedel

Rasgroep: 9 Gezelschapshonden

Sectie: 127/2

Land van herkomst: Frankrijk

Gebruik:  Gezelschapshonden

Karakter: Intelligent, gehoorzaam, vrolijk, leergierig

Schofthoogte: 9.9 - 9.9

Gewicht: 4.0 - 6.0

Kleur: Wit , zwart, bruin, grijs, abrikoos

Raseigenschappen:   Hoofd:   Gestrekt, matig brede, langeschedel, iets kortere

                                           krachtige snuit, heel lichte stop

                              Ogen:   Zwart of donkerbruin, bij bruine honden                                           donkerbarnsteenkleurig met vurige

                                                           uitdrukking                            

                                      

                             Oren: Tamelijk lang, vlak hangend

                              Gebit: Scharend

                              Hals: Matig lang, stevig, zonder keelhuid

                              Lichaam: Gestrekt, tamelijk brede, diepe borst, gewelfde ribben

                                           brede rug en tamelijk opgetrokken buik

                              Benen: Lang, met goed bot

                              Voeten: Klein, ovaal

                              Staart: tamelijk lang

                              Beharing: Overvloedig, wollig, gekruld

 

                            

                                

duitse herder

De duitse herder is een herdershond die - zoals de naam al doet vermoeden - van oorsprong

uit duitsland komt. Het is een echte gebruikshond voor diverse doeleinden, maar ook

geschikt als gezinshond.

Uiterlijk: De schofthoogte varieert bij reuen(mannetjes) van 60 tot 65 cm en bij teefjes

(vrouwtjes) van 55 tot 60 cm. Het gewicht ligt tussen de 30 en 45 kg.

De vacht is bij voorkeur kort, stokhaar. Langhaar komt voor, maar wordt door fokkers niet gewenst. De meest voorkomende kleurstelling is bruin tot gelig met een zwart dek.

De vacht heeft niet veel verzorging nodig. Af en toe een lichte borstelbeurt, met name

tijdens de rui, is meestal afdoende.

Aard: De duitse herder is een zeer leergierig, gehoorzame en intelligente hond.

Hij is sociaal, vriendelijk, attent, maar ook temperamentvol, waaks en beschermd, moedig en trouwaan zijn baas en zijn gezin. Hij heeft slechts één baas en zal zich ernaar gedragen.

Training: De duitse herder wordt vaak gebruikt als blindengeleidehond, speurhond,

waakhond en politiehond. Als blindengeleidehond worden de laatste jaren ook vaak

labrador retrievers ingezet. Omdat de duitse herders zo leergierig en gehoorzaam zijn,

zijn ze ook voor trainer tijdens de training een plezier om mee te werken.

De duitse herder kan, mits hij goed gesocialiseerd is, prima overweg met soortgenoten,

andere dieren en kinderen. Hij is trouw en vertoont geen neiging tot weglopen.

Beweging: Mocht u overwegen een duitse herder aan te schaffen als huishond, doet u er goed aan hem voldoende bezigheden te bieden bijvoorbeeld in de vorm van gehoorzaamheids- en behendigheidstrainingen. Wedstrijden in speuren, apporteren of wat

dan ook, al hij zijn intelligentie maar kan gebruiken en voldoende beweging krijgt.

Jonge honden moeten goede voeidng krijgen, maar mogen tijdens de groei niet overbelast

worden door te zware werkzaamheden. Dit alles geldt natuurlijk voor praktisch alle dieren die door de mens worden gehouden.

Erfelijke ziekten: In dit hondenras komt vaak de erfelijke ziekte heupdyplasie voor,

waardoor de dieren spontaan letsels rond de heupkop (caput femoris) en het heupgewricht  (acetabulum)  ontwikkelen. Hierdoor gaan deze honden al op jonge leeftijd manke, waardoor dierenartsen ontstekingsremmers moeten voorschrijven. In een poging deze erfelijke ziekte weg te selecteren, worden röntgenfoto's gemaakt van de heupgewrichten van die dieren die als fokdier ingeschreven worden in een stamboek.